Op het gebied van recycling is Nederland de koploper in de Europese Unie, blijkt uit het onderzoek van statistiekbureau Eurostat. Ongeveer dertig procent van alle materialen die vorig jaar werden gebruikt, was gerecycled. Bedrijven bedenken steeds vaker oplossingen voor de verwerking van afval. Zo ook de start-up Re-Banner, die gelooft in een tweede leven voor banners en andere textielstoffen. Helen Langenberg is uit de vervuilende mode-industrie gestapt en samen met Cecile Hustinx voor zichzelf begonnen: “In plaats van dat je een nieuw materiaal laat maken, gebruik je een bestaande stof. Je bespaart op de grondstoffen, hoeft geen nieuwe doeken te weven en het niet te transporteren vanaf China naar Nederland.”
Geen weg meer terug
Toen Helen werkzaam was in de mode-industrie hield zij zich al bezig met het maatschappelijk verantwoorde gedeelte van de productie: “In de fabrieken lette ik op de luchtverversing en de hoeveelheid licht waarmee mensen werken. Waar je niet zo goed op kan letten zijn de werkuren die mensen maken in de productie. Soms werken ze veel meer dan wij in Nederland acceptabel vinden.” Haar vorige baan is daarin doorslaggevend geweest, waardoor ze ook duurzaam is gaan ondernemen. “Van petflessen maakte het bedrijf nieuwe stoffen, dat is natuurlijk ook een heel duurzaam proces. Daar heb ik heel veel van geleerd en gesproken met andere bedrijven, klanten en productie.” Bij Re-Banner heeft Helen meer zicht op de ontwikkeling van het product. In plaats van dat elke stap gecontroleerd moet worden, neemt zij het heft nu in eigen handen. Onder andere door de lokale productie in Nederland, dat er tevens voor zorgt dat de CO2-uitstoot wordt geminimaliseerd.
Het circulaire proces
Re-Banner werkt voornamelijk in opdracht van bedrijven, maar verkoopt ook eigen artikelen. Een van de opdrachtgevers was een elektrisch deelscooterbedrijf uit Amsterdam. Van leg covers zijn er wanten gemaakt, dit verliep als volgt: “Eerst kijken we naar het materiaal; wat is het eigenlijk? Hoe ziet het eruit? Wat kunnen we daarvan maken? Vervolgens gaan we naar de fabriek om daar een prijs mee af te spreken. Gebaseerd op de inkoopprijs kunnen wij een prijsvoorstel doen aan de klant. Zo hebben wij zeven artikelen voorgesteld en hebben ze de wanten uitgekozen”, legt Helen uit.
Twee kanten
De toegevoegde waarde voor de opdrachtgever zit hem in de filosofie. Groene bedrijven tonen graag aan op welke vlakken ze verduurzamen. Het upcyclen van materialen is ook weer een verhaal die zij kunnen delen, volgens Helen een “win-winsituatie.” Tegelijkertijd draag je een steentje bij aan het milieu, doordat er minder schadelijke stoffen vrijkomen afkomstig van afvalverbranding.
Blijven leren
Re-Banner bestaat nu ongeveer een jaar, waarvan het eerste half jaar achter de schermen werd gewerkt. Nog niet eerder hebben de onderneemsters een eigen bedrijf gehad. Het valt Helen dan ook tegen hoelang het duurt om het concept van de grond te krijgen: “Er is wel genoeg aandacht voor ons initiatief en ik heb er plezier in. Ondanks dat ik al ervaring heb leer ik nog steeds, dat verwacht je niet na zoveel jaar. Het maken van een eigen website bijvoorbeeld, dat had ik nog nooit gedaan. Het is best pittig, je moet alles zelf bedenken.” Ze streeft ernaar om duurzaamheid vol te kunnen houden, maar vermeldt hierbij wel dat dit alleen kan als er voldoende opdrachten binnen blijven komen.